Tasjes

Inmiddels heb in een behoorlijke berg garen verzameld. Natuurlijk koop ik niet al het leuke garen dat ik zie, al zou ik dat best willen. Maar toch, ik heb aardig wat naar mijn hol gesleept de laatste jaren. 

Er zit vanalles en nogwat bij. Katoen, wol, kunstvezels, mengsels, dik, dun, effen, regenboog, etc. Af en toe duik ik in de berg (O, wat zou ik dat graag eens echt doen, in een berg garen duiken!) en bekijk ik wat ik heb. Soms bedenk ik dan iets met garen dat er ligt. Garen moet gewoon een tijdje marineren. 

Afgelopen weken maakte ik weer eens een boodschappennetje.  

    Zo een die je in je tas doet voor ‘nog even een paar boodschappen nu ik toch in de stad ben’. 

Van hetzelfde garen had ik best een aantal bolletjes. Ik bedacht dat volgend jaar plastic zakjes worden verbannen en dat bracht me weer op het idee nog wat andere tasjes te maken.    

Met schelpjes.  Met driehoekjes.

Zo heb ik weer een paar leuke cadeautjes in huis. Bijkomend voordeel is dat de wolvoorraad een beetje slinkt. En al roep ik altijd dat een grote voorraad wol ontzettend gunstig is omdat wol goed isoleert kijkt Meneer K:)dootje me daarbij meestal toch met opgetrokken wenkbrauwen aan…

Te water

Nee, niet ik!

Karel!

En ook Orion. Dat is de boot van Brr en Zss. En neef D en nichtje N.

Omdat Zss moest werken en Brr niet tegelijk Orion in het water kon doen en op de kindjes letten spraken we af Orion en Karel tegelijk in het water te laten. Nou ja, op dezelfde dag toch. Zo konden Brr en Meneer K:)dootje elkaar helpen en ik oppassen. Uiteraard doken ook opa en oma Boot ergens in het verhaal op. 

Afijn, toen ik goed en wel op de haven was kwam de havenmeester al aanrijden met Orion.  

 Of ik al zo ver was? Eh… Nee? We hebben toch pas over een uur afgesproken? Ja, maar wij zijn er al klaar voor! O. 

Ze moesten toch echt even wachten, want Brr en Meneer K:)dootje waren er nog niet. 

Toen die aankwamen ging het allemaal erg vlot. Orion omhoog, laatste likjes verf erop, in het water, rondje varen met Brr, neef D. en opa Boot aan boord en klaar. Intussen hing Karel al in de kraan en werkte Meneer K:)dootje de laatste plekjes van het onderwaterschip bij.  

 En plons. Ook Karel te water. Tijd voor koffie bij oma Boot. En nichtje N. die intussen haar schoonheidsslaapje had gedaan. 

Meneer K:)dootje en Brr haalden nog even onze nieuwe motor op bij de buurwinkel en toen de koffie klaar was kwamen zij ook net terug van de testvaart. 

Woei! En het was nog maar drie uur! Eigenlijk zouden we nu pas in de kraan hebben moeten hangen. 

De heren hadden de smaak te pakken dus toen Karel na de koffie in zijn eigen boxje was gelegd togen ze aan de slag met slijptol, beitel, boor, grotere boor, hamer en vereende krachten. Dat klinkt heel destructief. En dat was het ook. 

Al jaren proberen we de mastvoet van Karel (de onderkant van de mast) van de mast te scheiden omdat er binnenin de mast een kabel loopt die een kabelbreuk heeft. En daardoor hebben we geen lichtje bovenin de mast. En dat is wel verplicht. 

Die kapotte kabel zat ergens vast. Maar aan de buitenkant kun je niet zien waar. Dus moet er een nieuwe kabel in. En om de kabel te vervangen moet de oude eruit. Wat niet kon omdat die vast zat. Maar we konden niet zien waar. Etc.

Zo’n mastvoet kan relatief eenvoudig van de mast losgemaakt. Zou je denken althans. Hij is met vier schroeven bevestigd. Waarom de klus dan toch al vijf jaar lang niet gelukt was? De mast is van aluminium. De schroeven zijn van roestvrij staal. Dat levert al na korte tijd, zeker op zout water, een permanente verbinding op. 

Maar de heren hebben vandaag gezegevierd:  

 De losse mastvoet!

Nu de nieuwe kabel nog in de mast en de mastvoet weer terug. Op een wat minder definitieve wijze. (Zo’n kabel in een mast trekken is overigens een klusje waar nog de nodige zuchten over geslaakt zullen gaan worden. Je ziet niet wat je doet, je kunt er niet bij en de zwaartekracht is altijd tegen je, in elk geval zolang de mast plat ligt.)

Intussen kweet ik mij met oma Boot van onze taak.  

  Het springkussen.

En de geitjes. 

De glijbaan. De schommel. De wip. De zandbak. Geitjes. Glijbaan. Zandbak.

Eetgezelligheid

Regelmatig doen zich hier eetproblemen voor. Dat klinkt veel erger dan het is. Meestal bestaan de problemen uit ‘vergeten vlees uit de vriezer te halen’ of ‘teveel gekookt voor z’n tweeën’ of ‘dat is heel lekker maar kun je alleen in grotere hoeveelheden kopen’. Dit soort problemen kunnen meestal gemakkelijk opgelost worden met dezelfde oplossing: eetgezelligheid. 

Wat dat is? Gezelligheid met eten. Moeilijker is het niet. 

Hoe je dat doet? In ons geval door een eenvoudige kreet (‘Help!’) de wereld in te slingeren via het een of andere kanaal. 

Zondag ging het als volgt. Berichtje van Lies: ‘Zin in Indiaas avondeten?’. Maar natuurlijk. Nog een berichtje: ‘Maar ik heb geen toetje.’ O. Nou: ‘Wij hebben nog Délice de Bourgogne, Époisse en boeren Camembert. Is dat wat?’. Dat was wat. Vervolgens:  

‘Ik heb toch een toetje!’

En zo hadden we ineens een drie gangen diner voor vier personen met koffie met lekkers als nazit. 

 

 Indiaas.   Frans. 

Best een prima combinatie. 

Eetgezelligheid dus. 

Pic-post

 

Gisteren kreeg ik pic-post van de allerliefste Vrouw Haaksma. Een Heel Dikke Envelop. Met stempels erop. En hartjesplakband (nogal veel, om eerlijk te zijn).  

  Erin zat een heleboel leuks. En nog een gestempelde envelop.  

  Daarin zat een (verlate maar niet minder gezellige) verjaardagskaart.  

  En nu ben ik dus aan het borduren. Want ja, met cadeautjes moet je zo snel mogelijk gaan spelen.  

Natuurlijk laat ik het eindresultaat nog een keer zien. Het is verslavend… 

Dank je wel liefste Piccarella!

Lentedingen

  

Ik pootte aardappels vandaag. 

Meneer K:)dootje maaide het gras voor de eerste keer dit jaar. 

Ik krauwde nog maar weer twee emmers wortels en onkruid uit de grond. 

De zon scheen. 

Lentedingen.

Tekenen

Nee, tekenen kan ik niet. Althans, als het ‘volgens de regels’ moet. Dus met perspectief, of verhoudingen, of dat het ergens op moet lijken. Daarvoor moet je niet bij mij zijn. 

Ik doe het misschien ook veel te weinig om er iets van te kunnen maken. Maar de enkele keer dat ik me er dan toch aan waag vind ik het best leuk. Als ik eenmaal weet wat ik ga tekenen dan toch. 

Vandaag waagde ik een poging. Beetje potlood, veel gum, pennetje en Oostindische inkt.  

  Daarna lekker knoeien met pastelkrijtjes (pas op, dat zit meteen óveral!).  

Lekker hoor, een regenachtige zaterdagochtend.  

Kaalslag a.k.a. niet aflatende strijd

Al enige tijd ben ik bezig met de herinrichting van onze tuin. Na de nieuwe schutting en het nieuwe terras lag vanwege het weer het werk even stil. En vanwege andere besognes, natuurlijk. 

Vandaag kon ik verder met de kaalslag, eh, de voorbereidingen. In het stuk dat moestuin gaat worden spitte ik een paar forse klompen wilde hyacinten uit. Bijna een container vol. Dat betekent dat ik ongeveer een derde van deze bollen uit de tuin heb gehaald. Het is dat het een plant is, anders zou je kunnen zeggen dat ze fokken als konijnen. 

Aan de andere kant van de tuin vindt een ander soort kaalslag plaats. Al sinds we hier wonen voer ik een niet aflatende strijd tegen zevenblad (ik weet niet wat de overtreffende trap voor konijnen is in het gezegde hiervoor, maar zevenblad is een goede kanshebber). Af en toe lijk ik aan de winnende hand, maar dat blijkt steeds toch niet het geval. Voorlopig houd ik het maar op gelijkspel. Maar ik ben vastbesloten uiteindelijk te winnen.  

Deze (20 L) emmer wortels spitte ik vandaag uit. Dat lijkt heel wat. Maar dit is het stukje waar ze uit komen:  

 3 bij 1 meter. 

Nog 3 bij 8 meter te gaan. Ongeveer. 

Iemand toevallig recepten voor zevenblad? 

Paasbarbecue

Hoewel we het barbecueseizoen nooit afgesloten hebben (kijk maar) hebben we het eerste paasdag wel weer geopend. Dat blijkt dus te kunnen, iets wat niet gesloten was openen. En hoe. 

   Joe was in zijn nopjes.  

  Terwijl Joe zich opwarmde genoten wij van een rijk assortiment kaas. Die met de roze spikkels is wensleydale, de favoriete kaas van Wallace. Wij begrijpen hem niet zo goed. Beetje weeïg, zoet. Gelukkig hadden we ook époisse, camembert, chaumes, délice de Bourgogne, gruyère en, eh…. Die Hollandse kaas met blauwschimmel. Vraag maar aan Lies wat dat is. 

  

Uiteraard ging de seizoensopening gepaard met de voortzetting van de competitie ‘hoe hoog gaat de kurk?’. Deze crémant de Bourgogne kwam ruim boven de dakgoot.  

 Wat we aten?  

  

 Bijgerechten. Uiteraard. 

 

Maar ook procureurlapjes,  

 lamskoteletjes zonder gepofte knoflook, merquez (zonder plaatje) en een klein stukje  

  

gerookte makreel. We hadden eigenlijk al genoeg maar wilden toch proeven. Conclusie: test geslaagd, ook makreel laat zich prima op deze manier roken. 

Na de koffie met paasdingen rolden we vol en zoet ons bedje in.  

 Dat we maar weer vaak mogen barbecuën! 

Nog meer paastraditie

Mijn middelbare school was vroeger onderdeel van een klooster. De volledige naam was dan ook een hele mondvol: Rooms Katholiek Gymnasium Juvenaat Heilig Hart. In de volksmond Juvenaat of kortweg ’t Juuv genoemd. 

Geweldige school, mooie tijd gehad, maar daar ga ik het nu niet over hebben. 

Hoewel de vroege basis dus grondig katholiek was en dat wel terug te vinden was in de cultuur op school gebeurde dat niet evangeliserend. Wel was er veel aandacht voor normen en waarden en de geschiedenis van de cultuur die we in Nederland kennen. Met, zoals het een goed categoraal gymnasium betaamt, een duidelijk herkenbare saus van Romeinse en Griekse cultuur. 

Afijn. Uit die tijd stamt voor mij een paastraditie. In enig jaar werd er op Goede Vrijdag geen les gegeven maar werd in de gymzaal aan de hele school (ca. 400 leerlingen) de film Jesus Christ Superstar vertoond.

   Hoewel de vertoning wat hobbels kende (doorgebrande film) vond ik de film indrukwekkend. 

Voor mij hoort het kijken van de film of het luisteren naar de muziek ervan bij Pasen. Gelukkig hebben mijn ouders de dubbel-lp in de kast staan en deed ik Meneer K:)dootje vorig jaar een platenspeler cadeau. De rest van de middag zit ik daar dus naast vandaag. 

  

Paasbrood

Al een aantal keer maakte ik rond Pasen dit brood:  

Opgerold brood met parmaham, lekkere kaas, ei en basilicum. Een recept van Jamie Oliver uit zijn boek Happy Days met the Naked Chef.

Waarom rond Pasen? Omdat er acht (ja, 8!) gekookte eieren in het brood gaan. 

Dit jaar is Pasen nogal vol gepland met allerlei activiteiten, dus ik had eigenlijk geen plannen om het brood te maken. Meneer K:)dootje wel. Op Goede Vrijdag was er op kantoor een lunch met de stagiaires en iedereen zou wat meenemen, zo vertelde hij. Hij wilde graag dit brood maken. 

Een dag later kwam hij thuis met de mededeling dat hij donderdagavond moest werken. En de vraag hoe het dan moest met dat brood. Nou, dat maakte ik dus daarnet.

   

   En nu probeer ik me in te houden er niet alvast het mes in te zetten. En hoop ik dat er nog wat mee terugkomt morgen.