Slijmerig

Van die grote bruin-met-oranje naaktslakken. Is er iemand die ze leuk vindt? Ik vind ze in elk geval víes!

Onze tuin is ervan vergeven, helaas. Dat betekent dat zaadjes die er nog slechts over denken te ontkiemen al worden opgegeten. Plantjes die het lukt hun kopje boven de grond te steken worden meteen onthoofd. Iets grotere plantjes die door mij geplant worden zijn in geen tijd verdwenen. En grote planten worden ernstig verminkt.

Behalve uiteraard alles wat we niet in de tuin willen. Klaver in alle soorten, zevenblad, gras, uitgezaaide bramen, een schattige-roze-bloemetjes-met-springpeul-uitzaai-mechanisme kruid, paardebloemen: blijven allemaal onaangetast.

Al een paar jaar hebben we zo’n explosie van slakken. De huisjesslakken worden nog een klein beetje beteugeld door diverse vogels, maar ook daarvan kruipen inmiddels exemplaren formaat wijngaardslak door de tuin.

Een effectieve oplossing vond ik nog niet. Slakkenkorrels is geen optie, vanwege de hoeveelheid katten die onze tuin bezoeken. Inclusief Groentekat, uiteraard.

Afgelopen week bezocht ik met mams het tuincentrum om nieuwe plantjes voor de groentetuin. ’s Middag heb ik ze meteen geplant en ’s avonds maakten Meneer K:)dootje en ik biervallen: bekertjes gevuld met bier, ingegraven tussen de plantjes.

De volgende ochtend hengelde ik twaalf lijken uit de bekertjes. Maar uiteraard waren de plantjes toch aangevreten. Gisteravond ving ik, samen met Meneer K:)dootje, een klein emmertje vol slakken. Die mogen met de GFT-vak mee. Als dit geen tuinafval is…

Met mams kocht ik ook koperband. Dat zou moeten werken tegen slakken. Vandaag maakte ik met behulp van oude tabbladen en insteekhoesjes beschermrondjes voor de plantjes. Dus nu ziet de tuin er zo uit:

Vanmorgen waren de slakken in de groenbak grotendeels al omhoog gekropen tot tegen de binnenkant van het deksel. Toen ik de bak opendeed, bleven er zelfs slijmdraden tussen het deksel en de bak hangen. Zó verschrikkelijk VIES!! We hebben nu toch maar een massamoord beraamd en slakkenkorrels in de bak gestrooid nadat we de slakken weer naar beneden hadden geduwd…

(Dat slijm is overigens hardnekkig!! Het emmertje waarmee ik ze ving wil niet meer schoon worden.)

Buitenspelen

We zouden met Pinksteren gaan varen. Vanwege het weer op de zaterdag ging dat niet door. Toen hadden we ineens een heel weekend vrij.

Toen vrienden hulp vroegen bij het maken van een houtril als afscheiding tussen hun tuin en een watertje, hoefden we dan ook niet lang na te denken. Toch buitenspelen, maar dan op klompen in plaats van op bootschoenen.

De mensen van ’t Zeeuws Landschap hadden al een stuk gedaan, als voorbeeld.

Na een eerste inspectie werd de taakverdeling gemaakt: de heren gingen bouwen (want ja, dat was met gereedschap, dús voor jongens, kennelijk) en de dames sjouwen. Takkenbezems zijn een vrouwending, kennelijk.

Met beleid en inzicht bepaalden de heren de loop van de ril en de plaats van eventuele paaltjes. Bestaande bomen en struiken gebruiken was natuurlijk de leukste uitdaging.

Intussen sleepten wij nog meer takken aan.

En nog meer.

En nog wat.

Het had trouwens wel wat van mikado, die stapel wilgentakken. ‘Als ik hier trek… DAN KOMT DE HELE STAPEL NAAR ME TOE!!’

De heren bouwden onverdroten voort.

Op een gegeven moment kregen we het sein ‘ril meester’: we waren al bij het einde! Dat ging sneller dan verwacht.

Er waren ook nog takken over. Een paar… stapels zoals deze: Het lijkt wel alsof er weinig gebruikt is, maar gelukkig kun je toch zien dat we best flink wat hout versjouwd hebben als je vanaf de andere kant kijkt:

Als dank voor het helpen buitenspelen mochten we ook nog blijven eten! En even met de ezels knuffelen.