Ergeren. Of niet.

Ik ergerde me.

Al een tijdje overigens, maar dat terzijde. Met de mondkapjesplicht is kennelijk ook de mondkapjeswegwerpplicht ingevoerd, al heb ik die regel even gemist, geloof ik.

Hoe dan ook: behalve het reguliere zwerfafval, wat volgens mij ook asiel verdient, liggen tegenwoordig overal mondkapjes. Ik vind dat vervelend.

Een tijdje liep ik erlangs. Waar ik andere afvaldingen nog wel eens opraap en meeneem naar de dichtsbijzijnde vuilnisbak, vind ik dat bij mondkapjes toch geen fijn idee. Met blote handen.

Dit weekend stopte ik met me ergeren en kocht ik een afvalgrijper. Opvouwbaar, dus makkelijk mee te nemen.

Daarnet wandelde ik naar de supermarkt, en op de terugweg greep ik afval.

Zakje vol.

Ik ga het niet voor jullie uitsorteren, maar het meest bijzondere wat ik tegenkwam was een afwaskwast (ik zou die missen, denk ik). Qua aantal het grootste aandeel: sigarettenpeuken. En uiteraard moest ik vandaag enorm mijn best doen om er toch nog een te vinden, maar het is gelukt: in de zak zit ook een mondkapje.

Als je wilt weten wat ik verder geraapt heb: wandel een halfuur en kijk welk afval er op straat ligt. Ik denk dat dat een goed beeld geeft.

O, ik raapte ook een flink aantal vriendelijke glimlachen en een leuk gesprekje. Als bonus.