Kunstmuseum

Ik bedacht op een donderdagavond dat ik op mijn vrije vrijdag niet ging werken, maar eindelijk eens ging werken aan mijn voornemen vaker naar een museum te gaan.

Meneer moest naar Amsterdam en zou rond twaalf uur de trein nemen. Samen reizen leek me gezellig, en ik wilde wel weer eens naar het Gemeentemuseum in Den Haag. Als we samen met de trein gingen, zou ik daar om half drie zijn. Dat leek me prima, dus ik reserveerde mij een kaartje. Zonder tijdslot overigens, gewoon de hele dag geldig.

Ik was er trouwens al zó lang niet meer geweest dat ik niet eens wist dat het Gemeentemuseum in Den Haag tegenwoordig Kunstmuseum heet. Maar goed, ik ging dus weer eens naar een museum!

Omdat vriendin Jacqueline tegenwoordig de helft van de week in Den Haag woont vanwege haar werk als kamerlid, appte ik haar dat ik in Den Haag zou zijn. En jawel, zij was er ook én ze had tijd voor een bak koffie. Zelfs voor lunch, bleek, dus uiteindelijk ging ik toch niet met Meneer met de trein, maar al veel eerder.

Zo’n aanbod kun je immers niet afslaan.

Na een heel gezellige en lekkere lunch, wandelde ik naar de tram, en was ik uiteindelijk toch rond half drie in het museum.

Maar wel een selfie met een kamerlid rijker! 😜

In het museum wilde ik vooral graag de tentoonstelling Cloisonné – Marie Kuyken zien. En die was inderdaad heel mooi!

Schitterende ontwerpen, zeer gedetailleerd uitgevoerd. Héél dunne koperen strips die in hout werden geslagen, waarna de ruimtes werden opgevuld met een mengsel van gips en gelatine. Vervolgens werd de afbeelding ingekleurd met waterverf.

Een andere tentoonstelling die me erg aansprak was de overzichtstentoonstelling van werk van Walter Swennen. Ik kende zijn werk niet (bewust), maar het sprak me erg aan.

Ik liep ook nog door Het wonder van Delfts Blauw (altijd mooi) en Het gedroomde museum, over het ontwerp en de realisatie van het gebouw van het museum. Ook heel erg de moeite waard, maar voor mij niet te fotograferen.

Na nog een kopje koffie waagde ik mij de regen in naar de tramhalte (da’s gelukkig maar een klein stukje).

Vervolgens terug in de trein, met nog wat lekkers voor onderweg dat ik van Jacq meekreeg. En een boek, natuurlijk.

En een verrassende ontmoeting:

Marijn zat ook in de trein.

Heerlijk, zo’n (mid)dagje museum! Ik ben mijn volgende bezoekje al aan het plannen.

En voor degenen die mij volgen op Instagram: ik was dus bij Jacqueline, ze stond op 25 op de vvd-lijst en heeft een badeendjesverzameling.

Klusjes

We waren dit weekend bij Mr. en Mrs. Roodrunner (tegenwoordig zonder Roodrunner, maar dat terzijde) in hun geweldig mooi opgeknapte huis in Merelbeke.

Ze wonen er nu ruim een jaar en zijn al toe aan de laatste kleine dingetjes. En de tuin wordt momenteel grondig aangepakt, wat met dit herfstweer een grote modderpoel betekent.

Wij wonen inmiddels zestien jaar in ons huis, en er zijn dingen die nog steeds niet af zijn. Of niet helemaal naar wens. Of ‘voorlopig’ opgelost.

Geïnspireerd door de aanpak over de grens, reden we op de terugweg langs de bouwmarkt en zette ik vanmiddag nog de kelderdeur (opnieuw) in de grondverf.

Dat deed ik al eens eerder, maar toen was het resultaat niet naar mijn zin. Vervolgens bleef het zoals het was. Tot vanmiddag dan. Want nu is er nieuwe grondverf, en ben ik best tevreden.

In de tussentijd hing Meneer K:)dootje een nieuwe lamp op de overloop op. Daar hing een lamp die zijn beste tijd gehad had en daar ook ‘voorlopig’ terecht gekomen was, ooit. En nu liepen we in de bouwmarkt plotseling tegen een leuke nieuwe lamp aan. Zomaar per ongeluk een klusje van de lijst. Op een regenachtige zondagmiddag.

En misschien lukt het ook wel om, als de kelderdeur klaar is, de deur van de kast in de keuken te schilderen. Die heeft sinds wij hier wonen nog geen kwast van dichtbij gezien en is nog steeds detonerend grijs…