Niet (echt) meer verstopt

Joep is nog steeds druk bezig met wennen. Wennen aan mensen dan, want met katten, huis en buiten heeft hij weinig problemen.

Mensen zijn spannend. En toch ook wel interessant. En soms niet zo eng. Als ze niet bewegen, of doen alsof je er niet bent, of als ze liggen. Dan valt het ook goed mee.

Ik zie niemand, hoor!

Dat mensen minder spannend zijn als ze liggen, betekent dat Joep dan wel op zijn gemakje dichtbij komt, en er gezellig bij gaat liggen. Ik word inmiddels vrijwel elke ochtend wakker geronkt omdat hij naast mijn kussen ligt.

Zodra ik misschien een oog begin open te doen, moet er geaaid worden. En vindt hij het heerlijk om tegen mijn arm aan te gaan liggen. Of er bovenop, waar hij dan toch wel weer van schrikt, zodat hij zich omdraait.

En hij, vanmorgen in elk geval, van het bed valt en zich vast moet grijpen met z’n nagels. Dat leverde mij vanmorgen de eerste verwonding door Joep toegebracht op: een van de dingen waaraan hij zich vastgreep was mijn arm. Au.

Gelukkig liet hij meteen los en ging hij weer terug liggen. Hij heeft zelfs even geprobeerd echt tegen me aan te gaan liggen (warm!!), maar dat was toch nog net te eng.

We komen er wel, Joep en wij.

Zakken wol

Een tijd geleden kreeg ik van Sari drie zakken wol (geen witte…). Gelukkig paste alle wol in één grote opbergdoos en was Meneer K:)dootje niet al te ontevreden met de uitbreiding van het huishouden.

Dit is niet meer de complete berg. Want inmiddels maakte ik er al wat dingen mee.

Iets met glitter en harig…
Dat werden natuurlijk wanten voor Haaksma.

Uiteraard waren die wanten klaar toen de temperatuur voor het eerst ver door de twintig graden schoot, maar dat mag de pret niet drukken.

Omdat het warm werd, breide ik voor mezelf een Ripple Camisole, een heel leuk patroon van Jessie Mae Martinson (Jessie Maed Designs) dat ik op ravelry vond. Het garen (hier waren nog hele bolletjes van) is Phildar Plaisance, 50% katoen en 50% acryl. Uiteraard was dit klaar toen het geen zomerweer was, maar een paar dagen later kon ik het gelukkig wel aan.

Van weer een ander bolletje katoen-met-acryl breide ik een vaatdoek. Het is een beetje badstoffig garen, dus dit leek me wel een mooie bestemming. En een vrolijke vaatdoek.

Dit is alles wat ik overhield.

Om met Meneer te spreken: dat ruimt lekker op! Nou ja… er is nog best wat over.

Gelukkig.

Kan ik tenminste weer allerlei nieuwe projecten bedenken.