Sprookjeskapjes

Mondkapjes…

Tja. Ik wíl helemaal geen mondkapje op en probeer dus te voorkomen dat ik in een situatie kom dat ik er een zou moeten dragen.

Maar áls het dan een keer moet, vind ik weggooikapjes zonde. Ze bestaan voor een groot deel uit plastic of ander omverteerbaars, en, logisch, je gooit ze weg na een keer gebruiken.

Oplossing: zelf maken. Met enige tegenzin, maar wél met een leuk stofje. Volgens een patroon van Libelle, met de mogelijkheid er een filter in te schuiven.

Roodkapje

Als ik nu een kapje op zou moeten, is er in elk geval nog iets sprookjesachtigs.

Iemand riep, toen hij mijn roodkapje zag, dat hij liever de grote boze wolf wilde.

Nou, dat regelen we dan toch?

Wolf
Zeg nou zelf: geen gezicht, toch?

Het naaien van de kapjes is op zichzelf dan weer wel leuk, en ik heb nog stof, dus als er liefhebbers zijn: laat maar weten.

(100% katoen, wasbaar op 60 graden, met striklintjes)

Tradities

Meneer K:)dootje is op cursus. Al jaren. Nog geen tien, maar ook niet heel veel minder.

De cursus is traditie. Als het weer goed genoeg is, kan hij weer eens oefenen. Of een lesje volgen.

Wanneer is het weer goed genoeg? Als het net een beetje oncomfortabel is. Te koud naar je zin, of te nat én te koud, of te koud, te nat én te winderig. Te koud en te winderig kan ook.

Volgens traditie maakten Merien en papa op dat soort dagen Irish Coffee na het eten. Echte. Ja, er is ook onechte. Dat is gewoon koffie met whiskey en slagroom. Slagroom uit een spuitbus. Maar dat is dus niet echt.

Échte Irish Coffee is koffie met whiskey en suiker met een laagje lobbige, ongezoete room erop die er niet doorheen zakt zodat het eindresultaat lijkt op Guinness. Dat bier ja, precies.

Merien is als enige gediplomeerd. Dus Meneer K:)dootje is bij hem op cursus. En sinds afgelopen zomervakantie, toen we een weekje optrokken met Splendid!, is Martin op les bij Meneer K:)dootje.

Zo gaat dat dan. Goede Irish Coffee maak je volgens de cursus met z’n tweeën.

Hoe dat gaat? Eerst zoek je evenveel hittebestendige glazen als gegadigden bij elkaar. Dan zet je koffie, met een ketel kokend water, een thermoskan, een filter en koffie, uiteraard. Genoeg voor twee rondes.

Terwijl de een koffie zet, schenkt de ander whiskey in de glazen. Genoeg. Dat is net iets meer.

Vervolgens gaat in elk glas een meer dan volle eetlepel bruine suiker. Net iets meer ja, anders heb je straks niet genoeg oppervlaktespanning. De suiker moet door de whiskey geroerd, totdat de suiker is opgelost. Goed roeren, want dat roeren is straks heel belangrijk.

Intussen kan degene die ofwel wacht tot het water kookt, ofwel tot de whiskey klaar geroerd is, de slagroom schudden. Schudden? Ja. Daar heb je geen mixer en dus geen 220V voor nodig. Best handig aan een eilandje in de Grevelingen, bijvoorbeeld.

De theorie is ook dat je met dat schudden minder knoeit dan met het kloppen van slagroom. De theorie…

De slagroom gaat uit het pakje in een goed afsluitbaar bakje waarin de slagroom maximaal de helft van de ruimte inneemt. Er moet immers lucht doorheen. Een doorzichtig bakje, of, innovatie, flesje, is handig in verband met het eerder genoemde knoeien. Dan hoeft het namelijk niet open om te kijken of de slagroom al lobbig genoeg is.

De slagroom moet zo lobbig geschud worden dat hij stijf genoeg is om een mooie laag op de koffie te vormen en vloeibaar genoeg om goed te kunnen schenken. Bij iets te lang schudden is de botervoorraad aangevuld, maar wordt Irish Coffee lastig. Een goede cursist zorgt dat hij altijd nog een reservepakje slagroom bij de hand heeft…

Als de koffie, de whiskey, de slagroom en de cursisten klaar zijn, begint de finale: een van tweeën schenkt koffie bij de whiskey in de glazen. Ongeveer twee keer zoveel (anderhalf?) als er whiskey in zit. En dan…

Een van beiden roert met een koffielepeltje een draaikolk in de koffie. Het is dus handig als dit degene is die ook de suiker door de whiskey roerde. Die is immers geoefend. Als er een goeie kolk is, houdt de ander een eetlepel met de bolle kant naar boven nét boven de koffie en giet de room over de lepel óp de koffie. Als de lepel de koffie raakt, zakt de room door de koffie en dat is een minpunt. Bij onvoldoende oppervlaktespanning gebeurt dat ook. En bij een te kleine draaikolk is de kans ook groot.

Serieuze zaak.
De slechte foto is mijn schuld…

Geniet vervolgens bij elke slok van de warme koffie met het koude laagje room. Nee, niet roeren!!!

Als de room door de koffie zakt (het ziet eruit als koffie met melk, of alsof het laagje room aangroei heeft op de waterlijn (voor de watersporters onder ons): goede reden voor nog een ronde.

Martin’s bemanning heeft hem na de proefles nu opgegeven voor de cursus. Hij trof deze fles op het aanrecht aan…