Mooi

Niet te beschrijven en niet te fotograferen, dus waarom zou ik het proberen te vangen in een blogverhaaltje? Tja… Omdat ik een deler ben, denk ik.

Gisterochtend regende het. Veel. Hard. Aan het begin van de middag werd het droog genoeg om zonder waadpak boodschappen te gaan doe.

En daarna deed het weer wat voorspeld was: zonnig en droog worden!

Dus voeren we naar Geersdijk. Dat is niet ver en niet ingewikkeld, gewoon leuk. We borrelden wat, we aten lekker (buiten) en we wandelden een rondje.

Het was zo mooi.

Vanmorgen heel vroeg was ik wakker. Toen ik buiten keek, heb ik me snel aangekleed. Wauw!

Er was ook nog maan
Wat later kwam de zon echt boven de horizon.

Alles met overal rondom geluid van vogels. Zo veel, zo gaaf.

Nee, er is niks in het haventje van Geersdijk. Er is alles.

Te water!

Plons!

O, wacht. Daar is het nog te koud voor. 

Maleachi ging al wel, die kan daar tegen. Afgelopen dinsdag.

Eerst nog even poetsen.
Manoeuvreren op de centimeter: onze havenmeesters zijn erin getraind. 
Stukje rijden. (Wat een ding is het zo toch!)

Even wachten tot de kraan vrij is. (Groot!!)

Jaaaa!

De 7000 kg hebben indruk gemaakt op het balkje…

Hmmm…
Het naar de box varen (en erin ook, overigens) ging goed, dus: ankerbier! 😉

Laat het seizoen maar beginnen!

Een bootje wegbrengen.

Een vriend kocht pas een andere boot. Hij ruilde zijn huidige boot (door hemzelf altijd liefkozend ‘bootje’ genoemd, maar bijna twee keer zo lang als Karel) in. 

Dat de boot ingeruild werd, betekende natuurlijk ook dat hij naar de verkoper moest. Varend ja, het is toch een boot? En varen, tja, daarvoor ben ik vrij gemakkelijk te lijmen. Zelfs in november. En zelfs als ik dan eerst moet helpen de boot leegmaken. 

Dus: maandagavond deden we alvast een autoballet (met twee auto’s naar een afspraak, met twee auto’s naar de verkoophaven, met een auto terug: strakke choreografie!) en dinsdagochtend haalde ik wat lekkers bij de bakker voordat ik naar de boot reed. 

Na een uur of wat lagen alle spullen uit de boot in huis (luxe hoor, een steiger in je achtertuin) en konden we vertrekken. Het was heerlijk weer: zonnig, niet zo koud, wel veel wind. 

Na een korte stop om te tanken voeren we de sluis uit, de Oosterschelde op. Ahhhh… óók op de motor blijft het mooi water. 

Het was niet druk, wel wat beroepsvaart maar niet overdreven veel. En zowaar een andere zeilboot! 

Bij de Grevelingensluis moesten we een poosje wachten. En toen koelde het behoorlijk af. Maar ach, met wat meer kleren aan was dat leed gauw geleden. 

Uiteindelijk zijn we uiteraard keurig geland bij de makelaar. Na nog wat laatste spullen van boord te hebben gesjouwd was het tijd voor een laatste foto.  Daarna mochten we de zonsondergang nog even bekijken vanuit het kantoor van de makelaar. Mooi! 

We sloten de dag af met een gezellig etentje. 

Wanneer kon die andere boot ook alweer worden opgehaald? 😉

Te water

Nee, niet ik!

Karel!

En ook Orion. Dat is de boot van Brr en Zss. En neef D en nichtje N.

Omdat Zss moest werken en Brr niet tegelijk Orion in het water kon doen en op de kindjes letten spraken we af Orion en Karel tegelijk in het water te laten. Nou ja, op dezelfde dag toch. Zo konden Brr en Meneer K:)dootje elkaar helpen en ik oppassen. Uiteraard doken ook opa en oma Boot ergens in het verhaal op. 

Afijn, toen ik goed en wel op de haven was kwam de havenmeester al aanrijden met Orion.  

 Of ik al zo ver was? Eh… Nee? We hebben toch pas over een uur afgesproken? Ja, maar wij zijn er al klaar voor! O. 

Ze moesten toch echt even wachten, want Brr en Meneer K:)dootje waren er nog niet. 

Toen die aankwamen ging het allemaal erg vlot. Orion omhoog, laatste likjes verf erop, in het water, rondje varen met Brr, neef D. en opa Boot aan boord en klaar. Intussen hing Karel al in de kraan en werkte Meneer K:)dootje de laatste plekjes van het onderwaterschip bij.  

 En plons. Ook Karel te water. Tijd voor koffie bij oma Boot. En nichtje N. die intussen haar schoonheidsslaapje had gedaan. 

Meneer K:)dootje en Brr haalden nog even onze nieuwe motor op bij de buurwinkel en toen de koffie klaar was kwamen zij ook net terug van de testvaart. 

Woei! En het was nog maar drie uur! Eigenlijk zouden we nu pas in de kraan hebben moeten hangen. 

De heren hadden de smaak te pakken dus toen Karel na de koffie in zijn eigen boxje was gelegd togen ze aan de slag met slijptol, beitel, boor, grotere boor, hamer en vereende krachten. Dat klinkt heel destructief. En dat was het ook. 

Al jaren proberen we de mastvoet van Karel (de onderkant van de mast) van de mast te scheiden omdat er binnenin de mast een kabel loopt die een kabelbreuk heeft. En daardoor hebben we geen lichtje bovenin de mast. En dat is wel verplicht. 

Die kapotte kabel zat ergens vast. Maar aan de buitenkant kun je niet zien waar. Dus moet er een nieuwe kabel in. En om de kabel te vervangen moet de oude eruit. Wat niet kon omdat die vast zat. Maar we konden niet zien waar. Etc.

Zo’n mastvoet kan relatief eenvoudig van de mast losgemaakt. Zou je denken althans. Hij is met vier schroeven bevestigd. Waarom de klus dan toch al vijf jaar lang niet gelukt was? De mast is van aluminium. De schroeven zijn van roestvrij staal. Dat levert al na korte tijd, zeker op zout water, een permanente verbinding op. 

Maar de heren hebben vandaag gezegevierd:  

 De losse mastvoet!

Nu de nieuwe kabel nog in de mast en de mastvoet weer terug. Op een wat minder definitieve wijze. (Zo’n kabel in een mast trekken is overigens een klusje waar nog de nodige zuchten over geslaakt zullen gaan worden. Je ziet niet wat je doet, je kunt er niet bij en de zwaartekracht is altijd tegen je, in elk geval zolang de mast plat ligt.)

Intussen kweet ik mij met oma Boot van onze taak.  

  Het springkussen.

En de geitjes. 

De glijbaan. De schommel. De wip. De zandbak. Geitjes. Glijbaan. Zandbak.