Weekendboodschappen

O ja, eten voor vanavond.

We doen op zaterdag meestal boodschappen voor de hele week (nou ja, Meneer doet dat), maar voor de vrijdag ‘zien we dan wel’. Omdat ik op vrijdag niet werk, kan ik boodschappen doen indien nodig.

Vandaag was dat het geval. Dus toen ik toch naar de stad ging om een andere boodschap, liep ik ook even naar de supermarkt. Met een vaag lijstje (‘eten voor vanavond en wat borreldingen’) struinde ik door de gangpaden en graasde mijn boodschappen bij elkaar (o, lekker! Blauwe bessen!).

De supermarkt is pas verbouwd en heeft nu nog maar één kassa met een mens erachter, de rest is zelfscan. Vind ik niks aan. Dus ik sloot achter een mevrouw met een rollator aan bij de echte kassa.

Mevrouw zette haar boodschappen op de band. Ik pakte haar mandje aan om het op de stapel aan het begin van de lopende band te zetten en laadde daarna mijn eigen mandje uit.

Ik stond wat gedachtenloos in de rij te staan, toen ik me realiseerde wat er voor me gaande was. De mevrouw voor me had kennelijk niet genoeg geld bij zich of vond het totaalbedrag te hoog en er werden boodschappen ‘ontscand’ (of hoe noem je dat). Eigenlijk wilde de mevrouw ook nog twee sinasappels teruggeven aan de dame achter de kassa, maar toen ze zag dat er inmiddels nog mensen na mij in de rij gekomen waren, mompelde ze ‘laat maar, anders staan die mensen zo lang te wachten’. Mevrouw rekende af en begon haar paar boodschappen in te pakken. Naast de band stonden een fles wijn en een doosje speculaasjes.

Ik vroeg de dame achter de kassa de wijn en de speculaas weer te scannen, rekende ze af en de dame zette ze bij de boodschappen die mevrouw aan het inpakken was. Verrast keek ze op. ‘Zijn ze wel afgerekend?’ ‘Die mevrouw heeft ze betaald,’ zei de dame achter de kassa.

De mevrouw keek me aan. ‘Goh… Dank u wel. Dat gebeurt me niet vaak, dat ik iets krijg!’ ‘Dan moet u er maar extra van genieten.’

Niet alleen de mevrouw voor me keek blij. Ook de dame achter de kassa. En de meneer achter me in de rij.

Ik hoop dat mevrouw een fijn weekend heeft. Mijn vierenhalve euro vond ik in elk geval goed besteed.

Aanmaakhoutjes

Sinds twee jaar hebben we een houtkachel. Heerlijk!!

Eind van de middag steek ik hem meestal aan. Op een emmer hout brandt hij de hele avond en verwarmt dan de woonkamer tot een zeer comfortabele 20 – 21 graden. Als we ‘s nachts de deur van de woonkamer dicht houden, is het ‘s morgens nog steeds 18 graden, zonder dat de cv daarvoor is aangegaan. Dat het dan in de rest van het huis koud is, is eigenlijk wel fijn. Fris wakker worden!

Bij het aanmaken van de kachel stapel ik blokken van groot naar klein op elkaar, zo dat er een soort schoorsteen ontstaat. Dan ontbrandt hij het snelst.

Helemaal onderop liggen twee kleine houtjes om te zorgen dat er lucht onder de grote blokken door kan, en bovenop liggen natuurlijk ook wat kleine houtjes. Een heel dun houtje gaat in de ‘schoorsteen’-stapel om het vuur van het aanmaakblokje omhoog te trekken.

Die kleine houtjes, aanmaakhoutjes, krijg je door grotere blokken te kloven. Met een bijl…

Meneer vindt het heerlijk om hout te kloven. Eerst de heel grote stukken met een kloofbijl in een handzaam formaat dat in onze kachel past (we hebben maar een kleintje), en dan een paar blokken in aanmaakhoutjes met een scherpe, kleine bijl.

Ik zie mezelf nog niet zo veilig met een scherpe bijl rondzwaaien.

Voor kerst kreeg ik van Meneer een geweldig cadeau, zodat ik wel zelf aanmaakhoutjes kan maken:

Een Kindling Cracker!

Eigenlijk een bijl in een kooitje, waar je een blok hout opzet wat je dan met een hamer naar beneden tikt. Met een hamer zwaaien zie ik wél zitten.

Vanmorgen probeerde ik hem uit:

Klaar!

Zo gebeurd! Echt heel makkelijk.

Enige nadeel: ik maakte met deze vier blokken zo’n voorraad aanmaakhoutjes dat ik voorlopig even niet met mijn cadeau kan spelen.

Mooi

Niet te beschrijven en niet te fotograferen, dus waarom zou ik het proberen te vangen in een blogverhaaltje? Tja… Omdat ik een deler ben, denk ik.

Gisterochtend regende het. Veel. Hard. Aan het begin van de middag werd het droog genoeg om zonder waadpak boodschappen te gaan doe.

En daarna deed het weer wat voorspeld was: zonnig en droog worden!

Dus voeren we naar Geersdijk. Dat is niet ver en niet ingewikkeld, gewoon leuk. We borrelden wat, we aten lekker (buiten) en we wandelden een rondje.

Het was zo mooi.

Vanmorgen heel vroeg was ik wakker. Toen ik buiten keek, heb ik me snel aangekleed. Wauw!

Er was ook nog maan
Wat later kwam de zon echt boven de horizon.

Alles met overal rondom geluid van vogels. Zo veel, zo gaaf.

Nee, er is niks in het haventje van Geersdijk. Er is alles.

Handnaaimachine

Een paar jaar geleden nam mijn moeder bij het opruimen van het huis van haar vader twee naaimachines mee. Die bracht ze bij ons.

Dat klinkt misschien vreemder dan het is. Ik heb geen naaimachinewinkeltje of iets dergelijks, ik verzamel ze ook niet, we zijn slechts doorgangshuis. Een oom van Meneer K:)dootje woont namelijk het grootste deel van het jaar in Tanzania en verscheept daar regelmatig een container spullen naartoe. Spullen die hier niet veel (meer) waard zijn, doen daar vaak nog jaren prima dienst.

Een van de twee naaimachines was de Singer handnaaimachine waarop mijn moeder zelf nog had leren naaien. Ze kon me nog meer vertellen, deze ging mooi niet naar Tanzania!

Het duurde even, maar dit weekend onderwierp ik hem (haar?) eens aan een grondig onderzoek. Hij was heel compleet, zelfs met het originele boekje erbij. De koffer heeft daar dan ook een speciaal vakje voor.

Er zat weinig beweging in de machine, maar weinig is meer dan niets, dus ik toog aan de klus. Nou ja, klus… aan de spuit is een betere omschrijving. Het binnenwerk zag er behalve vuil verder goed uit. Dus waar ik erbij kan (dat blijkt bijna overal) heb ik het rietje van de spuitbus WD40 erin gestoken.

Na nog een keer inspuiten en een nacht laten staan, zat er vanmorgen wél beweging in! Met een oude tandenborstel poetste ik nog wat scharnierpunten verder op, en jawel!

‘Als een naaimachientje!’

Nog wat schoonmaakwerk later, kon ik een spoeltje winden:

En uiteindelijk wilde hij (zij?) ook naaien. De draadspanning is nog (op z’n best) willekeurig, dus daar moet ik nog verder aan prutsen/schoonmaken/op studeren, maar ik heb er al mee genaaid!

De ‘goede’ kant
De onderkant…

Ik vind het helemaal leuk. Mijn plan is om er het zonnezeil voor onder het afdak in de tuin mee te naaien. En nog een los zonnezeil. En als we vriendjes zijn geworden misschien nog wel meer. Groot voordeel: geen snoer!

Dus lekker buiten naaien, bijvoorbeeld. Zonder veel herrie te maken en zonder steeds te struikelen over het verlengsnoer.

(Ander ‘voordeel’: sjouw de naaimachine naar buiten en later weer naar binnen en je hebt meteen je krachttraining te pakken.)

Vreemdelingenmarkt

Vijf jaar geleden waren we met de boot in Antwerpen en bezochten we de Vreemdelingenmarkt. Geweldig! Als je van koken houdt, of van fijne verse spullen, of ‘s morgens om tien uur cava wilt drinken met garnalenkroketjes erbij: elke zaterdag vanaf 8.00 uur op het Schouwburgplein.

Al een tijdje zat in mijn hoofd dat ik er wel weer eens heen wilde. Gisteravond opperde ik aan Meneer K:)dootje het idee vandaag naar de Vreemdelingenmarkt te gaan. En dan vroeg, zodat we het gebruikelijke programma voor de zaterdag ook konden afwerken. Want helaas eindigde onze vakantie vorig weekend al. Hierover later meer.

Meneer moest even slikken, vanwege het voorstel op zaterdag de wekker om zeven uur te zetten, maar vond het toch een goed idee.

Meteen uit de parkeergarage liepen we tegen een koffiekraam aan. Daar stond Bulletproof-coffee op het bord, dus dat moesten we proberen. Het blijkt koffie met opgeschuimde boter en kokosolie en dat smaakt veel beter dan het klinkt.

Daarna zijn we eerst een rondje over de markt gelopen om te kijken, voordat we iets gingen kopen. We wilden in elk geval kaas, fruit, kruiden en iets van olijven oid kopen.

Er is zó veel te zien!

Gewéldige paddenstoelen.

We kochten alleen gedroogd eekhoorntjesbrood. Van de rest hebben we met onze ogen genoten.

Tomatenjuwelier

We kochten van een aantal soorten een exemplaar. Eentje ja, dat is genoeg.

Het zijn geen kleintjes…
Geweldige mango’s
Gerookte knoflook
Een zuurdesembrood, dat Meneer hier portioneert zodat het in de vriezer past. We kochten ook nog een soort mammoetciabatta.
Baklava voor bij de thee
En natuurlijk wat kaasjes en een heerlijke tapenade voor bij de borrel.

Al met al waren we, zoals ik Meneer had beloofd, voor lunchtijd weer terug in Goes. Lunchen deden we uiteraard met boterhammen van het verse brood.

Waarna we ons keurig hebben gekweten van de reguliere taakjes zoals weekboodschappen, wassen, vegen, opruimen en klusjes. Het vooruitzicht van borrel en barbecue op de (volks)tuin met Yep hielp wel als motivatie 😉

Tissues

Er was een beetje de klad gekomen in onze campagne (ok, mijn campagne) onze afvalproductie te verminderen. Niet dat we heel veel afval produceren, gelukkig, maar de eigen bakjes en zakjes meenemen bij het boodschappen doen, noodgedwongen afgeschaft tijdens Covid-19, was nog niet terug usance.

We hadden dus alweer geruime tijd brood in plastic zakken, vis in plastic, elke week nieuwe (papieren!) zakjes van de groenteboer, en dergelijke. Het werd me steeds meer een doorn in het oog, dus: tijd voor actie.

Vanmorgen toog ik naar de bakker met mijn broodzakken en haalde brood-zonder-plastic, met als bonus een nog warm Frans brood voor bij het ontbijt. Meneer ging naar de markt met gerecyclede papieren zakjes, een wasdoek voor de kaas, en zoals altijd voldoende boodschappentassen.

Ik besteedde de rest van de dag aan een andere ergernis: papieren zakdoeken en tissues. We gebruiken stoffen zakdoeken onderweg. Ergens in het covid-verhaal is echter ongemerkt weer de papieren variant in het huishouden opgedoken. Nou is zo’n doos tissues op tafel natuurlijk ook wel heel gemakkelijk. Voor een vieze neus, gemorste koffie, ‘ieuw-daar-ligt-iets’, etc. Maar dat kan ook prima met uitwasbare doekjes opgelost.

Een tijd geleden verving ik het keukenpapier al voor een in stukken geknipte (en afgezigzagde) grote hydrofieldoek, en dat werkt echt prima. De stof daarvan is alleen nogal ruw, en daarmee minder prettig om te gebruiken als zakdoek of servet.

Een paar weken geleden viel er een gat in een hoeslaken. Ha!! Dat is mooi!

Dat is namelijk wél fijne stof, dus prima bruikbaar voor tissues.

Na het in stukjes scheuren, hoefde ik ‘alleen maar even’ alle stukjes om te zomen, want het rafelt maar een beetje…

Het duurde even, maar ik denk dat we voorlopig vooruit kunnen met deze stapel. Ik moet nog wel bedenken wat een handige manier van bewaren is, want uiteraard passen ze niet in een tissuedoos.

Sportfiets

Sporten vind ik best leuk, maar ik ben wel een beetje kieskeurig. Binnen sporten vind ik sowieso maar matig interessant, en de sportschool al helemaal niet leuk, dus die voor de hand liggende optie om de conditie van lijf en leden te verhogen valt af. Zeilen vind ik heerlijk, maar dat is niet iets wat je ‘even’ doet. Hardlopen wel, maar dat vind ik dan weer niet leuk (en mijn lijf ook maar matig, maar dat terzijde). En schaatsen, wat ik ook geweldig vind, is ook niet echt jaar rond een optie. Schijnt.

Omdat mijn lijf (en mijn hoofd) wel behoefte hebben aan sport-met-enige-regelmaat, liep ik al een tijd (denk: een jaar of wat…) met het idee eens op een racefiets te stappen. Want dat lijkt me dus wél leuk. Fietsen doe ik best graag, het is lekker buiten, én het is sport. Maar ja, vind maar eens iemand wiens fiets je mag lenen, die dezelfde afmetingen heeft als jij, etc.

Omdat ik wel wat klaar was met mijn op de bank zittende en uitvluchten bedenkende hoofd, toog ik naar een fietsenwinkel. Vriend R adviseerde me Huissoon Sport. Dat zit praktisch bij mij om de hoek, dus dat is helemaal handig.

Vorige week vrijdag toog ik erheen. Peter heeft me helemaal opgemeten en belde me ‘s middags op dat hij twee fietsen in de goede maat had staan. Dat is tegenwoordig best een beetje geluk hebben, begreep ik, omdat leveringen nogal lang duren. Kennelijk wil de hele wereld fietsen en is de levering van fietsframes en andere onderdelen tegelijk afgenomen, niet handig.

Meneer K:)dootje, die zelf fietser is, was uiteraard enthousiast. We troffen elkaar eerst in een andere fietsenwinkel omdat hij een nieuwe fietsbroek wilde kopen, en ik moest natuurlijk een helm. Een fietsbroek had ik nog.

Daarna terug naar Goes, waar Peter de beide fietsen naast elkaar klaar had staan. Een hele deftige rode (iets te deftig voor mij) en een wat eenvoudiger grijze. Keurig op mijn maten afgesteld, zodat ik kon proefzitten. Oef, dat wordt wennen, maar voelt ook wel goed.

Deze gaat het worden. Geef ik na een nachtje slapen aan Peter door.

Maandag bedenk ik nog dat ik mijn stuur liefst wat hoger wil dan ‘officieel’ zou moeten, zodat ikzelf, maar vooral ook mijn arm, langzaam kan wennen. Peter bericht me dat hij dat gaat regelen en donderdag is mijn fiets al klaar!

Natuurlijk wil ik ‘m meteen proberen, dus na het eten gaan de fietsen op de fietsendrager (dat was een leuke puzzel), en rijden we naar het Goese Sas. Daar onderlangs de dijk kan ik eens voorzichtig uitproberen hoe het stuurt en voelt.

Meneers fiets is íets groter…

Het sturen is veel directer dan met een stadsfiets, dus wennen, maar: heerlijk!!

We fietsen naar Katseveer, en terug. Een half uurtje, dat is mooi voor de eerste keer.

Vandaag ging Meneer trainen voor een monsterrit die hij over een paar weken gepland heeft. Ik fietste het eerste (kleine) stukje met hem mee. Dat was, zeker in de stad in het begin, nog even wennen, maar ik geloof dat dat goed gaat komen. Meneer ging helemaal naar Brouwershaven, ik sloeg af bij Kats.

Daarna bij het Goese Sas weer richting Goes.

En zo fietste ik een uurtje. En dat smaakt alvast naar meer!

(Voor degenen die het zich afvragen: mijn framemaat is 51. Die van Meneer 65. Ja, inderdaad, 🐜 en 🦣.)

En de aanrader van vriend R onderschrijf ik: fijne service en prima advies bij Huissoon!

Groene barbecue

Sinds ongeveer anderhalf jaar eet ik vegetarisch, naar aanleiding van A Life On Our Planet, van Sir David Attenborough. Meneer doet grotendeels mee. Niet dat we veel en vaak vlees aten, maar het kon nog minder. Ik eet nog wel vis en zuivel, overigens.

Voor de ‘gewone’ maaltijden is de hoeveelheid recepten om uit te kiezen bijna overweldigend. Voor de barbecue was het nog een beetje zoeken. Yotam Ottolenghi (een van onze favoriete kookboekenschrijvers) heeft leuke recepten die ook op de barbecue kunnen, maar vaak ook behoorlijk bewerkelijk zijn. Dat is voor af en toe wel leuk, maar wij barbecuën best regelmatig en dus zochten we ook wat eenvoudiger recepten.

Zaterdag hadden we afgesproken met Lies en Yep om op de tuin te barbecuën en donderdag las ik over dit boek. We hadden al De Groene Bakplaat en dat is een fijn boek. Dus ik toog naar de boekwinkel en kocht dit boek.

Op de tuin is er geen elektriciteit, dus rond etenstijd is het daar schaars verlicht met kaarsen en wat kleine lampjes. Foto’s van het eten zijn er dus niet.

Wel van de lampjes

Maar het was heerlijk!

We maakten spiesjes met kastanjechampignons, spiesjes met gnocchi en paprika en gegrilde worteltjes. En Lies had nog witlof uit de sous-vide met een heerlijke dressing, een stuk quiche met zalm en spinazie en natuurlijk hadden we kaas. En koffie met paaseitjes ter afsluiting.

Met het kacheltje flink opgestookt was het ondanks de kou buiten aangenaam in het tuinhuis.

Deze met kerst ingezette traditie kunnen we vast nog lang volhouden!

Vissenpost

Ik abonneerde mij op Vissenpost van uitgeverij Loopvis. En deze week kreeg ik mijn eerste vissenpost!

Een doos vol vissen!
Met een visakte (en een brievenbussticker)
Een diepzeevissticker
Een kakkerlakje
Spiegeltje (jaja, de andere kant spiegelt… 🙄)
Okapi’s (die zijn leuk!!)
Sardientjes
Kaarten (en een uitleg over vissenpost, maar het plaatje op de voorkant is zo leuk dat hij erbij mag)
Notitieblok
Briefpapier en enveloppen
En een spreekwoordenposter.

Zo leuk! Een geweldig cadeau in de brievenbus.

Loes

Inmiddels twee jaar geleden haalden we Joep uit het asiel. Na veeeeeeeeel geduld is hij inmiddels helemaal gewend. Nou ja, helemaal is wel wat te inclusief misschien. Hij is aan ons, aan het huis, de omgeving en mijn moeder gewend. En hij is dikke vrienden met buurpoes Spikkel.

Samen eten, als Spikkel zijn kans schoon ziet.

Visite (van de menselijke soort) vindt hij daarentegen Eng. Werklui ook.

Maar hij is ontzettend lief en heeft een heel blij karakter. De enkele keer dat hij vervelend is, en dan niet meer dan een beetje, is als hij wel heel lang op zijn ontbijt moet wachten. Lees: meer dan een uur na zijn gebruikelijke etenstijd.

Twee jaar geleden had niemand voorspeld dat Joep zo een hele avond kan doorbrengen.

Omdat Joep andere katten zo leuk vindt, en omdat er in het asiel nog zoveel katten zitten die ook een fijn thuis verdienen, gingen we kijken voor een vriend(innet)je voor Joep.

Dat lijkt nu vrij simpel, maar daar ging een vrij lange periode van twijfel aan de zijde van Meneer K:)dootje aan vooraf. Die zag zichzelf al de hele dag butleren met deuren en dergelijke. En hij zou het zielig vinden voor Joep als die het niet leuk vond. Uiteindelijk trok Ginny* hem, samen met de mevrouw van het asiel over de streep. Ginny door zich door haar baasjes te laten fotograferen, de mevrouw van het asiel door te vertellen dat ze dacht dat Joep het leuk zou vinden.

Afijn, we maakten een afspraak, gingen erheen en kwamen thuis met Loes.

Joep vond dat érg interessant.

Loes wist wat haar te doen stond: dezelfde middag lag ze al bij Meneer op zijn bureau om te ‘helpen’ werken. En ze klom op zijn schouder om mee te kunnen lezen op zijn scherm. Meneer was verkocht, voor zover nog nodig.

Loes had al snel het hele huis verkend en lag overal en nergens compleet op haar gemak: ‘ik woon hier dus’. Binnen een paar dagen aangevuld met verontwaardigde blikken als ze niet naar buiten mocht. Wat ze van Joep vond… Oordeel uitgesteld.

Hoezo ‘je mag niet op bed, Loes’?

Joep vond, en vindt, Loes ontzettend interessant. Hij wil heel graag bij haar komen en aan haar gezicht ruiken, wat hij ook bij zijn vriend Spikkel doet. Dan miauwt hij even en rauzen ze daarna samen door de tuin. Of liggen ze op de tuinbank. Of verdwijnen ze naar zolder, waarbij wij het inmiddels opgegeven hebben dat te proberen te voorkomen.

Maar ja, Loes… is in tegenstelling tot Joep nergens bang van. Behalve van Joep. Zodra ze hem ziet, wordt ze heeeeeel voorzichtig en kruipt ze weg. Wel zo dat ze hem in de gaten kan houden. Maar verdekt opgesteld. En als Joep echt te dichtbij komt, schiet ze ervandoor. Naar haar Joepvrije-zone, bovenop de kast. Daar mag Joep niet komen.

Joep is in de buurt, ik weet het zéker.

Maar we houden stug vol. Ze is al gestopt met grommen naar Joep, blaast ook (bijna) niet meer naar hem en Joep blijft nog steeds even nieuwsgierig toenadering zoeken. Een van de eerste dagen konden ze samen op de bank, dat komt vast wel weer terug.

Tot die tijd vermaken we ons prima met de capriolen die ze uithaalt (Loes is een enorme speelpoes) en de houdingen waarin ze kan slapen.

*Ginny: de kitten die mijn broer en schoonzus uit het asiel haalden.