Handnaaimachine

Een paar jaar geleden nam mijn moeder bij het opruimen van het huis van haar vader twee naaimachines mee. Die bracht ze bij ons.

Dat klinkt misschien vreemder dan het is. Ik heb geen naaimachinewinkeltje of iets dergelijks, ik verzamel ze ook niet, we zijn slechts doorgangshuis. Een oom van Meneer K:)dootje woont namelijk het grootste deel van het jaar in Tanzania en verscheept daar regelmatig een container spullen naartoe. Spullen die hier niet veel (meer) waard zijn, doen daar vaak nog jaren prima dienst.

Een van de twee naaimachines was de Singer handnaaimachine waarop mijn moeder zelf nog had leren naaien. Ze kon me nog meer vertellen, deze ging mooi niet naar Tanzania!

Het duurde even, maar dit weekend onderwierp ik hem (haar?) eens aan een grondig onderzoek. Hij was heel compleet, zelfs met het originele boekje erbij. De koffer heeft daar dan ook een speciaal vakje voor.

Er zat weinig beweging in de machine, maar weinig is meer dan niets, dus ik toog aan de klus. Nou ja, klus… aan de spuit is een betere omschrijving. Het binnenwerk zag er behalve vuil verder goed uit. Dus waar ik erbij kan (dat blijkt bijna overal) heb ik het rietje van de spuitbus WD40 erin gestoken.

Na nog een keer inspuiten en een nacht laten staan, zat er vanmorgen wél beweging in! Met een oude tandenborstel poetste ik nog wat scharnierpunten verder op, en jawel!

‘Als een naaimachientje!’

Nog wat schoonmaakwerk later, kon ik een spoeltje winden:

En uiteindelijk wilde hij (zij?) ook naaien. De draadspanning is nog (op z’n best) willekeurig, dus daar moet ik nog verder aan prutsen/schoonmaken/op studeren, maar ik heb er al mee genaaid!

De ‘goede’ kant
De onderkant…

Ik vind het helemaal leuk. Mijn plan is om er het zonnezeil voor onder het afdak in de tuin mee te naaien. En nog een los zonnezeil. En als we vriendjes zijn geworden misschien nog wel meer. Groot voordeel: geen snoer!

Dus lekker buiten naaien, bijvoorbeeld. Zonder veel herrie te maken en zonder steeds te struikelen over het verlengsnoer.

(Ander ‘voordeel’: sjouw de naaimachine naar buiten en later weer naar binnen en je hebt meteen je krachttraining te pakken.)

Sprookjeskapjes

Mondkapjes…

Tja. Ik wíl helemaal geen mondkapje op en probeer dus te voorkomen dat ik in een situatie kom dat ik er een zou moeten dragen.

Maar áls het dan een keer moet, vind ik weggooikapjes zonde. Ze bestaan voor een groot deel uit plastic of ander omverteerbaars, en, logisch, je gooit ze weg na een keer gebruiken.

Oplossing: zelf maken. Met enige tegenzin, maar wél met een leuk stofje. Volgens een patroon van Libelle, met de mogelijkheid er een filter in te schuiven.

Roodkapje

Als ik nu een kapje op zou moeten, is er in elk geval nog iets sprookjesachtigs.

Iemand riep, toen hij mijn roodkapje zag, dat hij liever de grote boze wolf wilde.

Nou, dat regelen we dan toch?

Wolf
Zeg nou zelf: geen gezicht, toch?

Het naaien van de kapjes is op zichzelf dan weer wel leuk, en ik heb nog stof, dus als er liefhebbers zijn: laat maar weten.

(100% katoen, wasbaar op 60 graden, met striklintjes)

Ukeleleslaapzak

Ik heb al een paar jaar een ukelele, een sopraan. Voor mij prima, met piano-ervaring (en hypermobiele handen, weet ik inmiddels) kunnen mijn vingers de vereiste bochtjes wel maken.

Zingen is niet mijn sterkste punt, maar ik vind het wel leuk om te doen. En als ik zachtjes zing en erbij op de ukelele speel, valt het best mee. Toch doe ik het vooral als ik alleen thuis ben, al mag Meneer K:)dootje inmiddels wel meeluisteren. Hoewel hij écht kan zingen, levert hij gelukkig geen commentaar op mijn zangkunsten.

Omdat hij de ukelele stiekem ook wel leuk vond, kocht Meneer K:)dootje er onlangs ook een. Een concert-model, ietsje groter dus. Niet alleen is Meneer K:)dootje een stuk groter dan ik, zijn vingers zijn ook iets minder ingesteld op bochtjes.

Nu hebben we er dus twee, en kunnen we inmiddels ook al een beetje samen spelen. Zolang ik het zingen vooral aan Meneer overlaat klinkt het nog goed ook. Als ik wel meezing is het wél leuk, maar niet voor publiek ;).

Mijn mini-uke kwam destijds met een tas. Die van Meneer niet. Omdat het formaat van een ukelele maakt dat je hem makkelijk meeneemt, is een tas wel handig. Want zonder jas naar buiten is niet zo goed voor de stem(ming) van de ukelele. Om het gebrek aan een tas op te lossen ging ik naar de markt en kocht stof. Appelgroene fleece en glimmend donkerblauw. En maakte een slaapzak. Met een handvat, dat wel.

Opbergzakje

Of: Restverwerking.

Of: Nog iets gevonden om met mijn nieuwe ding te spelen.

Hoe dan ook: het opvulmateriaal van de verzenddoos van mijn Speedy Stitcher was stevig doek. Duidelijk restjes waarmee de echte zeilmaker niets meer kon.

Ik haalde er nog precies een etui voor onze zeilmakersspullen uit. Of in elk geval voor de Speedy Stitcher.

Misschien dat ik het klittenband nog een keer opnieuw doe, met twee naadjes in plaats van een. Maar vooralsnog zit het vast.

Het resultaat van een gebroken naald

Aan boord hebben we (uiteraard) meerdere zeilbandjes. Een set oude (zie boven) en een set nieuwe. De oude zijn van lekker stevig materiaal, niet te stug om te knopen en niet te glad zodat de knopen niet zomaar los gaan. De lusjes zijn helaas aan het doorslijten, waardoor we ze niet meer voor alles kunnen gebruiken.

De rest van de bandjes vertoont nog helemaal geen slijtage. Zonde om ze weg te doen dus. Ik bedacht dat ik het lusje eraf kon snijden en een nieuw lusje kon naaien. De bandjes zijn lang genoeg.

Het afsnijden van het lusje ging prima. Het naaien van het nieuwe lusje was… een uitdaging. Het materiaal is te dik voor de naaimachine (nou ja, voor mijn huis- tuin- en keukenmodel) dus moest het op de hand. Helaas bleek zelfs mijn dikke zeilmakersnaald toch niet stevig genoeg.

Ik bedacht dat ik een bevriende zeilmaker wel kon vragen zijn machine even over mijn zeilbandjes te halen en ging op zoek naar een nieuwe naald.

Toen vond (en kocht) ik een naaimachine. Eentje voor zwaar werk: The Speedy Stitcher.

Compleet met meerdere naalden, waaronder een kromme, en met extra garen.

Was de vormgeving van de verpakking al mooi, de gebruiksaanwijzing is helemaal leuk.

Natuurlijk heb ik hem al geprobeerd, ik had speciaal de zeilbandjes mee naar huis genomen. Eerste (links) en tweede naadje.

Drie weer bruikbare bandjes!

Het ‘speedy’ klopt aardig, al is het ‘netjes en regelmatig’ dan nog wel een uitdaging.

Nu kijk ik steeds rond of ik nog iets speedy kan stitchen. En denk ik steeds aan Suske en Wiske…

O, en zoals volkomen te verwachten viel: ik vergat de naald die ik eigenlijk ging kopen mee te bestellen.

(Bonus: E-sails, de leverancier, gebruikte een restant stevig zeildoek als vulmiddel voor de verzenddoos. Dat wordt nog iets. Uiteraard.)

Sleutel-digidinges-pasjeskoord

De komende paar maanden werk ik tweeëneenhalve dag per week bij een baas om iemand te vervangen die met zwangerschapsverlof is.

Deze werkgever is nogal groot en er lopen ook heel veel mensen rond die er niet werken, dus de personeelsleden dragen verplicht een personeelspas. Je hebt de pas ook nodig om te kunnen printen, iets wat ik in mijn functie regelmatig doe. Het is dus niet alleen verplicht, maar ook handig om je pasje bij je te hebben.

Zolang je een broek aan hebt, of een jasje, is het zichtbaar dragen van je pasje niet zo’n probleem. Er zit standaard zo’n klemmetje aan:

Maar ja, in geval van een jurk is dat toch niet optimaal. Daarnaast is er voor het inloggen in het systeem een digidinges nodig, die je dus ook altijd bij je hebt, want dan kun je op alle werkstations werken. O, en de sleutel van je kamer, want met veel niet-werknemers is een deurslot een vrij eenvoudige manier om vertrouwelijke stukken daadwerkelijk vertrouwelijk te houden.

Afijn, een bosje spullen dus. Een sleutelkoordachtig iets leek me een handige manier om ze bij elkaar te houden. Een aantal jaar geleden kreeg ik eens een handvol van die dingen. De bruikbare delen knipte ik eraf en bewaarde ik.

Met twee gezellige lintjes en de naaimachine maakte ik nu een vrolijk sleutel-digidinges-pasjeskoord. Ik kan morgen georganiseerd naar het werk!

Naaiwerk

Je kunt nooit teveel hobby’s hebben.

Wel te weinig tijd.

Dus gisteravond laat was ik klaar met het in elkaar naaien van deze blouse (? shirt?) die al een tijdje geknipt en wel lag te wachten bij de naaimachine. Strijken vond ik op dat tijdstip geen prioriteit…

Gelukkig is zowel het model als het materiaal niet winters, dus kan ik nu meteen mijn nieuwe shirt (? blouse?) aan.

(Niet mijn grootste talent, mezelf fotograferen)

Het patroon is uit La Maison Victor 2018-5, het stofje van de markt. Het zelfde patroontje is er in zoveel verschillende kleuren dat ik er misschien nog wel wat anders mee maak ook.

Tochtrollen

Vrienden wonen in een schitterend huis. Een heel mooi oud pand, een monument, dat ze helemaal hebben opgeknapt. Hun droomhuis, en ik denk van wel meer mensen.

Klein nadeel van zo’n monumentaal pand: het heeft geen HR++ ramen en kozijnen. En dat is in een monumentenpand ook niet echt te realiseren. Dus: het tocht onder de schuiframen door. Dan kun je natuurlijk de luiken voor de ramen doen, maar dan is het ook meteen donker binnen.

Enige tijd geleden belde mijn vriendin op: of ik ook dingen op bestelling maak. En zo ja, of ik dan ideeën had voor tochtrollen voor hun schuiframen. Natuurlijk, ideeën te over. Praktische uitvoerbaarheid beperkte mijn gedachtenchaos gelukkig wat. Haken, breien, naaien, kleuren, materialen: nog steeds mogelijkheden te over. Gelukkig had zij wat wensen qua kleuren en dergelijke, dus kwam ik uit op naaien en donkergrijs.

En dan vinden wat je zoekt, dat is nog een uitdaging. Gelukkig hebben we in Goes nog een redelijke sortering handwerk- en fourniturenwinkels, de weekmarkt meegerekend. Toen was het alleen nog wachten tot de gewenste stof voor de hoesjes er was.

Intussen maakte ik alvast de worsten? slangen? slierten? en vulde ze met zand. Vochtig zand, dus mochten ze drogen op de convectorput. Dáár is zo’n put dan weer handig voor. Het drogen was nodig…

Het duurde even, maar daarna kon ik de hoesjes maken. Met klittenband, wat miraculeus in bijna dezelfde kleur verkrijgbaar blijkt als de stof die ik kocht. (Ja, dat zou je van tevoren kunnen nagaan. Dat bedenk ik altijd pas achteraf.)

Toen ik eenmaal uitgevogeld had wat handig was, ging het snel. En kijk: ze doen het! Hoezo ‘dat is geen schuifraam?’

Transport. Ze mochten allemaal bij het raampje zitten.

Nou, zo dan. Bij een schuifraam doen ze het ook.

En ja, ik maak dus wel eens dingen op bestelling.

De lege wasmand

Ken je dat? Dat heerlijke gevoel van een lege wasmand? Alle was schoon, droog, gestreken en/of gevouwen op stapeltjes in de kast?
Ik word er heel gelukkig van, maar het komt helaas vrijwel nooit voor. Gelukkig zijn er allerlei momenten of dingen die dat gevoel benaderen. Zoals wanneer ik éindelijk iets afmaak dat er al lang ligt, zoals dit rokje:
IMG_4105 Het lag al bijna een jaar te wachten op de rits en de zoom. Vandaag vond ik de moed om de strijd aan te gaan en: ik heb gewonnen. (Groentekat checkt voor de zekerheid nog even of alles wel goed is gegaan.)

Behalve het rokje deed ik ook nog wat andere naaiklusjes die er al (veel te) lang lagen. Nu lonkt de stapel lapjes die er ook nog ligt weer. Daar mocht ik pas aan beginnen als ik deze klusjes af had. Dat is gelukt, dus: een lege-wasmand-gevoel!

De haakprojecten hier in huis blijven gelukkig een stuk minder lang liggen.
Hoewel het ontzettend mooi weer was afgelopen weken kreeg ik een bestelling voor een warme muts. Omdat de besteller niet geheel duidelijk was in zijn omschrijving maakte ik er twee. Kan hij zelf kiezen.

IMG_4078 IMG_4080
De rechtse is nog niet helemaal klaar, nog een paar randjes vasten haken als boord.

Voor mezelf ben ik begonnen aan een omslagdoek (ja, nóg een omslagdoek), pluizig en blauw deze keer.
IMG_4088
Mohair met zijde, heerlijk garen!

Het beginnen aan een nieuw haakproject, zeker met nieuwe wol is net zo fijn als een lege wasmand. Misschien stiekem nog wel iets fijner…