Noten jagen

Als kind was ik al gek op het verzamelen van eikels, kastanjes, blaadjes, takjes, beukenootjes en nog meer. Dat is niet veranderd. De eerste kastanje die ik vind gaat steevast in mijn jaszak. Daar zit meestal ook nog wel een schelp in. Of een eikendopje. En mooie steentjes.

Onlangs kwam ik op een hardlooprondje langs een plek waar hazelnoten lagen. De bolsters (heet dat zo bij hazelnoten?) daarvan zijn erg decoratief. En de nootjes zien er niet alleen leuk uit, ze zijn ook nog lekker. Maar ja, tijdens het hardlopen heb ik geen zakken…

Vanavond liepen we, wél met zakken, nog even langs dezelfde plek. En raapten we twee handen vol met nootjes. Het was al bijna donker, anders had ik misschien nog wel wat meer gezocht. Nu denk ik dat ik nog een keer terug ga.

Daslook

Ik wandelde vandaag een rondje door het Poelbos. Da’s geen groot bos, ik denk dat sommige mensen ‘bos’ zelfs te pretentieus vinden, maar hé, het heet nu eenmaal zo. Én het is er mooi.

Bijna aan het einde van mijn rondje zag ik dit.

Daslook!

Wat leuk! Dat zag ik nog niet eerder bewust.

Er stonden een paar redelijke ‘vlekken’ bij elkaar in de buurt. Ik schatte in dat ik wel een klein beetje mee zou kunnen nemen zonder grote problemen te veroorzaken.

Voorzichtig stapte ik weg van het pad en sneed (hoera voor mijn zakmes!) hier en daar een blaadje af. Even nadenken hoe ik die blaadjes heelhuids, of in elk geval zo heelhuids mogelijk, mee kon nemen. Uiteraard had ik geen zakje, bakje of iets anders praktisch bij me.

In het grote voorvak van mijn rugzak dan maar.

Dit is alles wat ik meenam, bij elkaar nog geen 20 gram

Even een foto voor Meneer K:)dootje, de chef van dienst. Hij reageerde enthousiast en ging er een recept voor uitzoeken.

We aten gnocchi met paddenstoelen en daslook.

Yum!