Vandaag blijven we ook nog in Dover. Gisteren besloten we al dat we ’s morgens naar het outletcentrum De Bradelei Wharf zouden gaan. Dat blijkt veel groter dan je van de buitenkant zou denken. We zien veel echte Engelse kleding (die de heren, die zoeken naar nieuwe poloshirts, niet kan bekoren), schoenen, nog meer kleding, tassen, ontzettend nautische artikelen (blauw met wit, met meeuwen en vuurtorens én breekbaar…) en uiteindelijk het beste gedeelte: buitensportartikelen.
Hier vinden we allerlei dingen die we zochten of waarvan we niet wisten dat we ze zochten. Zoals daar zijn: een korte broek en een lange broek (gezocht, Mrs. RoodRunner), een softshell jasje (min of meer gezocht, Meneer K:)dootje), een softshell jasje (ineens toch gezocht, Mrs. RoodRunner) en een nieuw rugzakje voor aan boord (niet gezocht wel gevonden door mijzelf). Helaas vinden de heren nog steeds geen poloshirts.
Na deze shoppingexercitie is het hoog tijd voor lunch. Het blijkt namelijk al halverwege de middag te zijn en het eigenlijke plan was gebruik te gaan maken van de ontbijtdeal die The Eight Bells aanbiedt. Maar dat was maar tot één uur ’s middags… We besluiten toch naar de pub te gaan, er stonden zoveel deals op de kaart dat we denken dat er ook wel iets voor de lunch bestaat.
Dat blijkt te kloppen: twee kannen Sangria voor de prijs van een. Eh… Dat doen we toch maar niet.
De avond ervoor waren we geïntrigeerd geraakt door een drankje dat op de kaart stond. De Blue Machine Naked Superfood Blueberrie Smoothie. Daarin zitten volgens de kaart: 74 zwarte bessen, 5 bramen, 3 1/3 appel en 1 2/3 banaan. Dat moeten we natuurlijk proberen.
Uiteindelijk blijkt het kant en klaar in een flesje te zitten, maar het smaakt erg goed en naar echt fruit, niet chemisch.
Het blijkt ook prima bij nacho’s met kaas, guacamole, salsa en crème fraiche te passen.
Na de (late) lunch bezoeken we het Romeinse huis. Dat is mooi bewaard gebleven, inclusief muurschilderingen. Erg bijzonder om, ver onder het huidige straatniveau, ineens in de Romeinse tijd rond te lopen. Het museum dateert nog uit de tijd dat het huis is opgegraven, rond 1970. Een museum op zichzelf dus.
Na een bezoekje aan de supermarkt gaan we terug aan boord. De heren buigen zich over het eten én over het niet werkende heklicht (het achterlicht) van Karel.
Ik zal niet uitweiden over wat er precies aan de hand was om geen ego’s te kwetsen maar het had iets te maken met draadjes, polen, wel of geen stroom en verkeerd-om.
Afijn, het werkt weer.