Vorige week mocht ik met de mannenclub van Meneer K:)dootje mee op excursie. We gingen kijken bij een van de weren van de Stichting Behoud Weervisserij.
We verzamelden ons aan het eind van de middag op de ‘Marjoes’ die lag afgemeerd bij de Bergse Diepsluis. Op het achterdek in de zon kregen we van een onderhoudend (en komisch) duo, Frits en Ben, uitleg over de weervisserij.
Ze lieten ons ook zien waarom er elk jaar een flink aantal palen van de weer vervangen moeten worden:
Een weer is een soort heel grote fuik, gemaakt van bomen die in een zandplaat zijn gezet in water met een getijdenbeweging. De palen staan in twee lange (bijna een kilometer) rijen die naar elkaar toe lopen. Ze raken elkaar net niet. Achter de opening tussen de twee rijen is een hart- of pijlvormig net opgesteld, ook aan palen.
De vissen (ansjovis met name) zwemmen bij hoog water de zandplaat op om te paaien. Als het water afgaat zwemmen de vissen met de stroom mee richting de pijlvorm. Als ze daar eenmaal in zwemmen komen ze er niet meer zo gemakkelijk uit. Ansjovis is een schoolvis en door het zwemmen in een school ontstaan wervelingen in het water. Die weerkaatsen tegen de palen van de weer waardoor de vissen niet die kant op zwemmen. Zo blijven ze cirkelen in de kop van de pijl.
Aan het einde van de pijl, in de punt, wordt een net vastgemaakt als de vissers bij de weer komen.
Natuurlijk is de punt afgesloten met een stuk gaas voordat het net erin gaat. Dat stuk gaas wordt dus vervangen door het net.
Daarna gaan de vissers met z’n tweeën te water met een sleepnet met loodjes aan de onderkant en drijvers aan de bovenkant. Daardoor is het een ‘staand’ net. De vissers waden naar de kop van de pijl en spannen dan het net tussen hen in zodat de hele breedte van de pijl is geblokkeerd met het net.
Met het sleepnet drijven de vissers alle vis die in de weer zwemt richting de fuik aan de punt. Als ze bij de punt zijn aangekomen met het net maken ze de fuik los en stappen weer aan boord. Dan wordt de fuik in de boot gehesen en omgekeerd en de gevangen vis gesorteerd.
De bedoeling is dus ansjovis te vangen. Dat lukt niet altijd. Toen wij er waren zat er wel wat ansjovis in de fuik, maar er was vooral makreel en geep (meivis) gevangen. En een enkele jonge haring. Ook zat er een heremietkreeft in het net:
Nadat de vis was gesorteerd en de weer weer goed dichtgemaakt voeren we terug naar de aanlegsteiger.
Erg interessant om zo’n tocht mee te maken!