Gelukkig is het zich ’s morgens weer goed. De wind is ook veelbelovend, dus op naar Blankenberge. Het wordt een heerlijke zeiltocht, in bikini. Ik dan hè, Meneer K:)dootje natuurlijk niet.
Met de goede wind en lekker stroom mee zijn we keurig rond borreltijd in Blankenberge. Ons ‘vast pleksjen’ is al vergeven. Havenmeester Wim vindt dat we er eigenlijk toch hadden moeten liggen en drukt ons op het hart volgende keer van tevoren te bellen dat we eraan komen zodat hij de plek vrij kan houden.
Voor ons hoeft dat niet persé, maar het is wel heel lief van hem. Al sinds de eerste keer dat we met Karel in Blankenberge komen krijgen we van ‘Den Wiem’ een ereplekje: naast zijn ‘kotje’, onderaan de loopbrug vanaf de kade naar de steigers. Hij vindt het maar stoer dat we met Karel zo op pad gaan. Of Kareltje, zoals hij zegt.
Deze keer hebben we dus een ander plekje, net zo keurig. RoodRunner en Karel kunnen naast elkaar liggen, lekker makkelijk.
Mrs, RoodRunner gaat snel naar de viswinkel om de lekkere scampisalade die ze daar maken. Samen met alle restjes van andere lekkere dingen die we nog hebben wordt dat een goed gevulde borrel.
Omdat we geen zin hadden om boodschappen te doen moeten we wel uit eten ’s avonds. We steken de weg over en gaan naar Victory.
Het eten is, als vanouds, heerlijk.
Na het eten doen we nog een rondje over De Dijk, zoals ze de boulevard hier noemen. De heren hebben zich vandaag getooid met rode broek, matchende overhemden en de bij elkaar passende jasjes. Het geheel wordt afgemaakt met blauwe suède schoenen.