Vandaag gaan we naar Duinkerke. Om half elf kunnen we pas voor het eerst het dok uit, dus kunnen we nog op het gemakje om boodschappen.
Als we klaarmaken om te vertrekken wil de motor niet starten. De hele vakantie loopt de bereidheid om te starten al terug maar nu lijkt er een algehele staking afgekondigd. Dat laten we natuurlijk niet gebeuren. De buren aan de steiger komen van alle kanten informeren of het wel gaat lukken en na wat forse argumenten (en vooral fysiek uithoudingsvermogen, starten gebeurt met een trekkoord) start hij én blijft hij lopen (dat was eigenlijk het grootste probleem, dat hij áls hij startte meteen weer uitviel).
Afijn, we zijn op tijd los. We hijsen in de haven alvast het grootzeil, dat kan goed met de windrichting. Vanwege de weersverwachting leggen we er weer een rifje in. Windkracht 4 schuin tegen is ons beloofd.
Dat schuin tegen blijkt te kloppen als we eenmaal buiten zijn. Die windkracht 4 zeker niet.
Dus: motor weer aan (wat nu gewoon in een keer lukt), genua naar beneden (dan heb ik tenminste ruimte om te werken op het voordek), rif uit het grootzeil trekken, overstag om op de juiste koers te komen en genua weer omhoog. Tijd voor lunch enzo.
Op de foto zie je het gereefde zeil. Het is niet helemaal tot boven gehesen zodat het oppervlak dat wind vangt wat kleiner is en je meer wind kunt hebben. En minder scheef gaat.
Het kleine Franse vlaggetje dat je ziet is het zogeheten gastenvlaggetje. Als je in een ander land dan je eigen land vaart hijs je uit beleefdheid een kleine versie van de vlag van dat land. Daarmee laat je dus zien dat je te gast bent.
Het wordt een heerlijke zeildag. Ongeveer halverwege, als wij maximaal stroom mee hebben komt ons een groepje zeilboten tegemoet. Ze hebben allemaal een gereefd grootzeil én de motor aan. De kleinste is minimaal anderhalve meter groter dan Karel. Dat betekent dat ze over het algemeen allemaal meer wind kunnen hebben voordat ze zouden moeten reven. Verder hadden wij het rif er juist weer uitgehaald omdat het niet hard waaide. En o ja, zij hadden de wind schuin achter, dus scheef gaan zouden ze ook niet. Bovendien kon de motor misschien wel uit als ze het grootzeil helemaal zouden hijsen.
Afijn, de verbazing was nog niet helemaal compleet. Toen we dichterbij kwamen zagen we dat de boten echt heel dicht bij elkaar lagen. Ze konden elkaar waarschijnlijk wel verstaan met een beetje roepen.
Dat gebeurde echter niet, ze communiceerden over de marifoon. Wel leuk dat wij daardoor konden meegenieten. Zo hoorden we iemand die erg verbaasd was over het feit dat ze mét de motor bij zo weinig snelheid maakten, ondanks de stroom (Nb: wij hadden fors stroom mee, zij dus tegen). Ook was er iemand die dolfijnen had gezien (bruinvissen leek ons zo vlak onder de kust waarschijnlijker). Weer iemand anders meldde dat ze nu bij die grote witte boot lagen (Een ferry. Waar dat in letters van metershoog op staat aan de zijkant).
We begrepen dat ze met zijn allen onderweg waren naar Dover. We hopen dat ze veilig zijn aangekomen…
Inmiddels waren we in de aanloop naar Duinkerke beland. Ook hier weer was er vrachtverkeer waarvan het niet helemaal duidelijk was welke koers gevaren ging worden. Ook al vaar je dan zelf buiten hun vaargeul, zo’n ding is indrukwekkend genoeg om ruim op tijd maatregelen te nemen als je de indruk hebt dat dat nodig zou kunnen zijn. In dit geval was dat dus lange tijd niet heel duidelijk en dat was vervelend.
Vlak voor onze neus (nou ja, een kwartier ofzo voor ons) ging er een heel groot vrachtschip met behulp van drie sleepboten de haven van Duinkerke in. Die bijna 180 graden draai kan zo’n schip niet zelf maken.
We hadden er geen last van, het ging allemaal zo vlot dat hij al weg was toen wij bij de ingang van de haven waren.
Binnen kwamen we de RoodRunner weer tegen. Die had al een plekje voor ons allebei geregeld.
Tijdens de borrel spraken de mannen de buitenboordmotor ernstig toe. Ok, ze haalden hem half uit elkaar en maakten hem schoon. Daarna werkte hij weer naar behoren en daar dronken we nog wat op. Waarschijnlijke oorzaak van het euvel: ergens hebben we vuile benzine gekregen of benzine die al mengsmering was zonder dat we dat wisten. Daardoor verbrandt de benzine onvoldoende en blijft er rotzooi in de motor achter en worden de bougies vuil. En nog zo wat.
Omdat we in Calais al boodschappen deden kunnen we heerlijk rustig aan boord blijven en van de borrel meteen door met het diner.
Tussendoor haakte ik de Tas voor Lies klaar.
…die daar erg blij mee is!